Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Over „het einde”

Over „het einde”

Wat we van Jezus leren

Over „het einde”

Het einde waarvan?

Jezus’ discipelen stelden hem de vraag: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Mattheüs 24:3) Toen Jezus die vraag beantwoordde, zei hij niet dat er een eind zou komen aan de letterlijke aarde. Hij had al eerder gesproken over „het samenstel van dingen” en die term gebruikt voor het hele wereldlijke en religieuze stelsel dat beheerst wordt door Satan (Mattheüs 13:22, 40, 49). Dat was het samenstel dat hij bedoelde toen hij zei dat „het einde” zou komen (Mattheüs 24:14).

Hoe beschreef Jezus het einde?

Het einde van dit onrechtvaardige samenstel is ’goed nieuws’. Jezus zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Jezus beschreef het einde van het huidige samenstel van dingen als volgt: „Er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered” (Mattheüs 24:14, 21, 22).

Wie zullen er vernietigd worden?

Alleen degenen die Jehovah en Jezus niet liefhebben en dienen, zullen vernietigd worden. Zulke mensen besteden geen aandacht aan God. Jezus zei: ’Net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. Want in die dagen vóór de vloed sloegen zij er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde’ (Mattheüs 24:36-39). Jezus zei dat velen zich op een weg bevinden die naar de vernietiging voert. Maar hij gaf de verzekering dat er een smalle weg is „die naar het leven voert” (Mattheüs 7:13, 14).

Wanneer zal er een eind komen aan dit samenstel van dingen?

Toen Jezus gevraagd werd naar het teken van zijn tegenwoordigheid „en van het besluit van het samenstel van dingen”, antwoordde hij: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen (...) voedseltekorten en aardbevingen zijn (...) en wegens het toenemen der wetteloosheid zal de liefde van de meesten verkoelen” (Mattheüs 24:3-12). Al het huidige droevige nieuws heeft dus een bemoedigende betekenis: Gods Koninkrijksregering zal gehoorzame mensen weldra vrede brengen. Jezus zei: „Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is” (Lukas 21:31).

Wat moet u doen?

Jezus zei dat God „zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Om geloof te oefenen in God en zijn Zoon moet u hen goed kennen. Vandaar dat Jezus zei: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3).

Zorgen en problemen mogen u er niet van weerhouden u erin te verdiepen hoe u uw liefde voor God kunt tonen. Jezus zei: „Schenkt echter aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met (...) zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen.” Als u Jezus’ waarschuwing ter harte neemt, zult u erin „slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden” (Lukas 21:34-36).

Zie voor meer informatie hoofdstuk 9, „Leven we in ’de laatste dagen’?”, van het boek Wat leert de bijbel echt? *

[Voetnoot]

^ ¶14 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.